De rechter of de officier van justitie kan zelf besluiten tot een schorsing van de voorlopige hechtenis, als daar na afweging van de ernst van de zaak, het belang van het onderzoek en de persoonlijke belangen van de verdachte aanleiding voor is.

De advocaat van de verdachte kan ook zelf om schorsing van de voorlopige hechtenis vragen als daar redenen voor zijn. Deze redenen kunnen bijvoorbeeld gelegen zijn in een goed behandelplan van de verdachte of het belang dat de verdachte weer naar school gaat.