Het gaat bij een gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) om een maatregel die door de rechter aan jeugdigen kan worden opgelegd, in plaats van een straf. De GBM is vooral bedoeld voor jeugdige veelplegers en harde kernjongeren met gedragsproblemen en mogelijk achterliggende opvoedings- of gezinsproblematiek. Het gaat dan bijvoorbeeld om het verplicht volgen van een bepaalde (gezins-)therapie, of het volgen van een training sociale vaardigheden.
Voordat een maatregel wordt opgelegd, moet een advies worden uitgebracht door de Raad voor de Kinderbescherming. Als de jeugdige niet naar behoren meewerkt aan de GBM, dan kan deze worden omgezet in vervangende jeugddetentie voor de duur gelijk aan de resterende duur van de maatregel.