Een slachtoffer heeft, afgezien van vergoeding van de materiële schade, ook recht op vergoeding van immateriële schade (smartengeld). Voor het bepalen van de hoogte van het smartengeld is de ernst van het letsel van belang, waarbij onder andere wordt gekeken naar de vraag of er blijvende restgevolgen of ontsierende littekens zijn, maar ook naar de duur van het herstel, de geleden pijn.
Er wordt getracht aansluiting te vinden bij vergelijkbare gevallen in de jurisprudentie die zijn verzameld in de Smartengeldgids, uitgegeven door de ANWB.