Een illegaal moet Nederland verlaten. Als hij dit niet of niet op tijd doet, kan dit er toe leiden dat iemand wordt opgepakt en in de gevangenis wordt geplaatst. Op deze manier wordt voorkomen dat een vreemdeling zich onttrekt aan zijn terugkeer. In detentie zal de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) werken aan de uitzetting van de vreemdeling. De vreemdeling kan er, om de detentie zo kort mogelijk te laten duren, ook voor kiezen alsnog vrijwillig terug te keren of zo goed mogelijk meewerken aan de terugkeer.

Hoewel vreemdelingendetentie officieel geen straf is, wordt het wel als straf ervaren. De detentie duurt vaak lang: meerdere maanden is zeker geen uitzondering. De detentie duurt maximaal achttien maanden. Bij oplegging van de detentie is de einddatum nog niet vastgesteld. De Immigratie- en Naturalisatiedienst en DT&V kunnen de detentie voort laten duren zolang zij hard genoeg -vaak aangeduid als voldoende voortvarend- werken aan de uitzetting, en er nog zicht bestaat dat de uitzetting uiteindelijk plaats zal kunnen vinden. Als de rechtbank één van deze factoren onvoldoende beoordeeld zal de rechter bevelen de bewaring op te heffen. De beoordeling van beide factoren is vaak mede afhankelijk van de vraag hoe goed de illegaal meewerkt aan de uitzetting.